Abraham Hendrik Loomans

Abraham Hendrik Loomans is de zoon van Adrianus Loomans en Johanna van Leerzem. Abraham is geboren in het Zeeuwse Sint Laurens op 27 mei 1905. En jaar na zijn geboorte verhuisde het gezin naar Middelburg, waar hij opgroeide. Na het voltooien van zijn schoolopleiding ontmoette Abraham Janneke van den Bergen met wie hij trouwde in 1930. Uit dit huwelijk is één zoon geboren. In 1934 werd het huwelijk door echtscheiding ontbonden en vertrok Abraham naar Zandvoort. Daar vond hij werk als koperslager. In 1938 verstigde Abraham zich als koopman in Amsterdam. Daar ontmoette hij Mietje Polak met wie hij in het huwelijk trad. Zij kregen 2 kinderen. Tijdens de Duitse bezetting woonde het gezin op verschillende adressen in Amsterdam. Abraham en Mietje verleenden in hun huis onderdak aan Joodse onderduikers. In 1943 werd hun huis aan de Tilanusstraat 46 hs overvallen waarbij Mietje, de twee kinderen en de onderduikers werden afgevoerd naar kamp Westerbork. Mietje en de kinderen overleefden de oorlog en vestigden zich weer in Amsterdam. Abraham werd eveneens gearresteerd en opgesloten in het Huis van Bewaring in Amsterdam. Vanwege zijn verzetsactiviteiten werd hij veroordeeld tot zes maanden gevangenisstraf. Uiteindelijk kwam hij in het concentratiekamp Buchenwald terecht, waar hij het kampnummer 93330 kreeg. Op 18 januari 1945 werd Abraham ontslagen uit het kamp. Zijn lijden was hiermee echter niet ten einde. Hij werd door de Duitsers tewerkgesteld in een garage in Bad Berka. Daar kreeg hij een geestelijke inzinking waarna hij werd opgenomen in het ziekenhuis. Abraham Loomans overleed aan de doorstane verschrikkingen. Op verzoek van de familie is zijn stoffelijk overschot na de oorlog overgebracht naar Nederland en herbegraven in Middelburg. Sinds 1964 rust hij daar in een oorlogsgraf in het Nederlandse erehof.

Bronnen: Familie Loomans, Archief OGS

Sluiten

Handanderung Malachit waarop het overlijden van Abraham Loomans wordt gemeld. Project Malachit was een project waar door de SS Baustab ex-gevangenen uit K.L. Buchenwald en gevangenen uit K.L. Langenstein-Zwieberge tewerk werden gesteld als dwangarbeiders en in de Thekenberg een gangenstelsel uitgroeven t.b.v. een onderaardse V2 fabriek. Sluiten