Bijdrage

Willem van der Sluis wordt op 5 april 1910 geboren in Avereest (Overijssel) als zoon van arbeider Jan van der Sluis en Aaltje ten Hoeve. Op 7 augustus 1942 trouwt hij met Gerritdina – Dien – Huiskes (geb. Losser 1915). Het echtpaar vestigt zich in Bergentheim. Van der Sluis heeft een schildersbedrijf aan huis, met voor een winkel en achter een werkplaats met materiaal en verf.In de oorlog zitten Van der Sluis en zijn vrouw in het verzet omdat ze zich betrokken voelen bij de mensen die worden vervolgd of gezocht. Het echtpaar neemt onderduikers in huis, zoals de Joodse garagehouder uit Wierden Sallie Lindeman, die twee en een half jaar bij hen woont. Lindeman maakt ‘s avonds in de werkplaats allerlei voorwerpen, bijvoorbeeld houten poppen die hij beschildert, net als de deur van de werkplaats. Een andere onderduiker uit Wierden, knokploeglid Gerhard Niezink, is af en aan bij het echtpaar in huis als de grond hem thuis door verzetsactiviteiten te heet onder de voeten wordt. Ook Engelse piloten zijn kortere of langere tijd te gast. Willem van der Sluis is lid van de Raad van Verzet. Hij helpt met de droppings bij Stegeren en regelt transport en opslag van wapens. Ook lakt hij gestolen Duitse auto’s over en is hij met andere mannen uit de omgeving betrokken bij de verspreiding van het illegale blad Trouw. “Hij hielp als er wat te doen was overal aan mee”, vertelt een mede-verzetsstrijder na de oorlog over hem. Willem was “een prima kracht in de ondergrondse beweging en stond steeds klaar als er iets moest gebeuren". In oktober 1943 komt een kindje ter wereld dat de bevalling niet overleeft, maar op 15 december 1944 wordt Wilna geboren (haar naam is een samentrekking van de namen van haar ouders). Binnen een maand na haar geboorte op 12 januari 1945 wordt Willem thuis gearresteerd, net als andere mannen uit de omgeving. Via Kamp Erika in Ommen belandt hij in de gevangenis in Almelo. Zijn vrouw Dien mag een keer met dochtertje Wilna in de reiswieg op bezoek komen. Willem vraagt dan of Wilna gedoopt kan worden, mocht hij niet meer thuis komen. Hij is actief gelovig, Nederlands-Hervormd, maar Dien niet. De doop zal plaatsvinden in oktober 1945. Willem komt terecht in gevangenis de Kruisberg in Doetinchem. Op 2 maart 1945 wordt hij samen met elf verzetsstrijders uit de buurt van Hardenberg – de zogenaamde Trouw-groep – en 34 andere Nederlandse verzetsmannen gefusilleerd aan het Rademakersbroek bij Varsseveld in de Achterhoek. Ook Gerrit Luichies hoort bij de gefusilleerden (via zijn schoonzus Arisje, getrouwd met zijn broer Antoon, is Willem met deze plaatsgenoot verwant). De dood van deze 46 mannen is een represaille voor het ombrengen van vier Duitse militairen door verzetsgroep De Bark, die in de laatste oorlogswinter z'n hoofdkwartier heeft in een boerderij in buurtschap De Heurne vlakbij Dinxperlo.Willem van der Sluis en Gerrit Luichies worden op 27 april 1945 herbegraven in Bergentheim. Hun graven vormen een monument.Willems vrouw Dien zal nooit over de oorlogsjaren en het verlies van haar man heen komen, hoewel ze zich in praktisch opzicht goed redt. Als ‘Weduwe W. van der Sluis Galanterieën’ heeft ze in Bergentheim een grote winkel .In Bergentheim zijn er straten naar hen vernoemd, net als naar andere leden van de Trouw-groep.Op 27 augustus 2018 is in de Synagoge in Groningen de Yad Vashem onderscheiding postuum verleend aan Willem en Gerritdina van der Sluis omdat zij in WO2 jarenlang Sallie Lindeman alle mogelijke hulp boden.Meer lezen? https://de46vanhetrademakersbroek.nl/